Neem gerust een kijkje in de showroom van ruim 4200m2
Compleet in Stijl
recreatie vakbeurs

Opstookprotocol

Als gevolg van schommelingen in temperatuur, krimp- en zettingsverschillen kunnen scheuren in een betonvloer ontstaan. Scheuren en voegen in de ondergrond, vaak een cementgebonden dekvloer, kunnen zich in de uiteindelijke vloerafwerking doorzetten. Voordat de vloerafwerking wordt aangebracht, is het daarom belangrijk om eerst de vloerverwarming in de ondervloer rustig in en uit te schakelen en de procestemperatuur zo laag mogelijk te houden. Hanteer hiervoor het opstook- en afkoelprotocol.

Belangrijk is dat je je realiseert dat het doorlopen van een opstook- en afkoelprotocol primair is bedoeld om een dekvloer gecontroleerd te laten scheuren. Liever 100 scheurtjes van 0,01mm breedte dan 1 scheur van een millimeter breed. Het doorlopen van een opstook- en afkoelprotocol is ook verstandig om een dekvloer sneller te laten drogen, zodat er een vloerafwerking kan worden aangebracht.

Wanneer ontstaat scheurvorming?

Scheuren ontstaan doorgaans niet in de opwarmfase, maar in de afkoelfase. Deze fase is dus feitelijk nog belangrijker dan de opwarmfase. Ook bij het afkoelen moet het juiste tempo worden aangehouden.

Betonvloer

In principe is de aanwezigheid van fijne krimpscheuren en craquelé in een betonvloer toegestaan. Door wapening in de vloer op te nemen, kan het risico van scheurvorming in de betonvloer worden beperkt, maar niet geheel worden uitgesloten. Door bijvoorbeeld op de ondergrond een wapeningsnet over de volle lengte van de voeg of scheur aan te brengen, kan het risico van scheurvorming in een daarop aangebrachte hechtende vloerafwerking worden beperkt, maar niet geheel worden uitgesloten.

Opstookprotocol en afkoelprotocol van TBA

Een opstook- en afkoelprotocol voor vloerverwarming gaat uit van de watertemperatuur van de verwarmingsinstallatie en niet van een eventuele thermostaattemperatuur in de betreffende ruimte.

Het Technisch Bureau Afbouw heeft een officiële publicatie met een uitgebreide toelichting over het hanteren van een opstook- en afkoelprotocol. Hanteer het schema zoals dat in deze TBA richtlijn 2.1 is opgenomen.

Het door TBA geadviseerd opstook- en afkoelprotocol

  • Start met een watertemperatuur die 5 °C hoger is dan de omgevingstemperatuur van de betreffende ruimte. De watertemperatuur moet worden afgelezen op de verwarmingsinstallatie (niet op de thermostaat!).
  • Verhoog de watertemperatuur iedere 24 uur (of langer) met 5 °C, net zolang tot de praktisch maximale watertemperatuur van ten hoogste 40 °C is bereikt (zie opmerkingen hiervoor).
  • Houd de maximum watertemperatuur minimaal 24 uur stabiel op deze 40 °C.
  • Verlaag daarna de watertemperatuur iedere 24 uur met 5 °C, net zolang tot de starttemperatuur weer is bereikt. Steeds vaker komt het voor dat een vloerverwarmingssysteem ook kan koelen. Bij een dergelijk systeem is het belangrijk (zeker ’s zomers bij hoge temperaturen) dat de afkoelcyclus wordt doorgezet totdat de minimale temperatuur op de verwarmings- en koelunit 15 °C bedraagt.
  • Wanneer er voldoende tijd beschikbare is, herhaal deze cyclus dan meerdere malen. Mocht dit – gezien de beschikbare tijd – niet kunnen, dan de installatie gecontroleerd naar normale gebruikstemperatuur brengen en in gebruik nemen.
Opstookprotocol
Dag 1 – watertemperatuur 20°C Dag 2 – 25°C
Dag 3 – 30°C Dag 4 – 35°C
Dag 5 – 40°C Dag 6 – 40°C

 

Afkoelprotocol
Dag 7 – 35°C Dag 8 – 30°C
Dag 9 – 25°C Dag 10 – 20°C
Dag 11 – herhalen of beëindigen

Download het volledige opstook- en afkoelprotocol van TBA.

Vragen?

Heb je vragen over dit opstookprotocol? Stel je vragen aan onze specialist Peter!

Bron: https://www.noa.nl/nl/kennisbank/opstook-en-afkoelprotocol/